Na de grote stadsbrand in 1862 ontwikkelde Enschede zich als grote textielstad. In de volle bloei van de textielindustrie kreeg Enschede te kampen met de gevolgen van niet één, maar twee wereldoorlogen. Beide wereldoorlogen hadden een enorme impact op de stad. Lees hier alles over Enschede in oorlogstijd, de gevolgen voor de Joodse gemeenschap en de bevrijding.
Foto's in samenwerking met Stadsarchief Enschede.
Opvang van krijgsgevangen
Eerste Wereldoorlog
De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) gaat grotendeels aan Nederland voorbij. Enschede is wel een grensgemeente en daarom wordt de stad in staat van beleg verklaard. Dit betekent dat de grenzen door het leger scherp bewaakt worden en grensovergangen worden versperd met karren en puntdraad. Gedurende de oorlog worden uit Duitsland ontsnapte geallieerde krijgsgevangenen opgevangen in barakken en hallen van de grote textielfabrieken. In totaal worden er ruim 75.000 krijgsgevangen opgevangen en weer naar huis doorgestuurd.
Op de foto: krijgsgevangen worden ondergebracht in de fabriek van H.J. Menko (1918).
Een grote gemeenschap
Joden in Enschede
Na de Eerste Wereldoorlog vluchten veel Joden uit Duitsland naar de Nederlandse grensstreek. In Enschede ontstond daardoor een grote Joodse gemeenschap. Het aantal Joden verdubbelde zelfs. Het Joodse leven bloeit enorm. Er zijn tientallen Joodse winkels en verenigingen. De Synagoge aan de Achterstraat, nu Stadsgravenstraat, wordt al gauw te klein. Als gevolg opent er in 1928 een gloednieuwe, prachtige synagoge aan de Prinsestraat.
Op de foto: de oude synagoge en Joodse school (1924)
Bezetting door de Duitsers
Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) wordt Enschede op 10 mei 1940 ingenomen door Duitse troepen die ’s ochtends vroeg bij De Lutte en Buurse de grens zijn overgekomen. De Duitse bezetting van de stad centreert zich vooral op een groot aantal panden aan de Tromplaan en de directe omgeving. De synagoge is een gevangenis voor de Duitse Sicherheitsdienst. Waarschijnlijk is dat de reden dat het gebouw vrijwel intact is gebleven.
Door berichten uit andere steden in Duitsland horen Enschede Joden al gauw wat hen te wachten staat. Een groep onder leiding van de Joodse raad en een verzetsgroep onder leiding van hervormde predikant ds. Leendert Overduin weet een groot aantal Joden onder te duiken. Door die samenwerking en de waarschuwingen van de Enschede politie voor razzia, weet een groot percentage Joden de oorlog te overleven.
Op de foto: marcherende Duitse militairen (1940)
500.000 sterren
Jodenster
In mei 1942 wordt het dragen van een Jodenster verplicht. De ster is verplicht voor Joden en moet worden vastgenaaid op je kleding. Joden moeten ze kopen voor vijf cent per stuk, maar moeten er ook een textielbon voor inleveren. De Nederlandse jodensterren worden gemaakt in de Enschedese textielfabriek ‘De Nijverheid’. Een stoomweverij in bezit van de familie van Gelderen. De fabriek komt echter door de bezetting in Duitse handen. In Enschede worden uiteindelijk meer dan een half miljoen Jodensterren gedrukt. Lang werd gedacht dat de sterren in Polen waren gemaakt. Kort na de Tweede Wereldoorlog vond Henk van Gelderen echter een rol gele stof bedrukt met Jodensterren in de fabriek. Pas jaren later kon van Gelderen vertellen over zijn vondst. Die rol stof is nu te vinden in het Joods museum in Amsterdam.
Op de foto: textielrol Jodenster van Synagoge Enschede
1 april 1945
Bevrijding
Op 1 april 1945 wordt Enschede na felle gevechten met de Duitsers eindelijk bevrijd door eenheden van een Brits geallieerd leger. Op 2 april wordt ook het vliegveld terugveroverd en wordt de stad gezuiverd. Al met al heeft de Tweede Wereldoorlog het leven gekost van ongeveer 1.250 Enschedeërs. De helft hiervan is slachtoffer van de Jodenvervolging. De oorlog laat de stad achter met veel verwoeste panden en een plan voor de wederopbouw ontwikkelt zich snel.