Twee mannetjes op toneel, gescheiden door een wand verblijven ieder in hun eigen ruimte. We kijken bij hen naar binnen en zijn getuige van hoe zij bij zichzelf naar binnen kijken. Wat betekent het om niet naar buiten te kunnen? Geen fysiek contact te hebben? Elkaar niet te zien?
De mannetjes staan in die zin voor de ontwikkelde geëvalueerde mens die vergeten lijkt te zijn dat we deel uit maken van een keten. Toen zij door de corona weer terug in hun hok moesten veranderde er iets. Maar wat?
In deze absurdistische voorstelling zien we kleine menselijke figuren die worstelen met emoties en ideeën die te groot zijn om te dragen, waarbij het lichaam de spiegel is van een getormenteerd gevoelsleven. Thematisch keren Van der Laan en Stavenuiter, gevoed door de lockdown, met Bambie C terug naar de basis: naar de vraag waarom ze theater maken, en wat ze eigenlijk zoeken, zowel bij elkaar als in het theater.