Soendastraat tussen nr. 21 en 23
Dit is het startpunt van de route.
Dit is het startpunt van de route.
De kunstenaars Huub Filart en Sandra van Wezel maakten in de wijk De Bothoven op verschillende plekken kunstwerken met portretten van bekende Enschedeërs om de buurt te verfraaien. Hier zie je Willem Wilmink. Op andere plekken zijn ook Harry Bannink en Henk Elsink te vinden.
Dit kunstwerk is in opdracht van o.a. woningcorporatie Domijn gemaakt. De straten hier zijn allemaal vernoemd naar ontdekkingsreizigers. Dit kunstwerk spreekt dan ook voor zich. Zie jij de elementen van een ontdekkingstocht over de wereld terug in dit kunstwerk?
Deze muurschildering, gemaakt in olieverf door de Enschedese kunstenaar Sonna Krom, verbeeldt de geschiedenis van de stad Enschede en met name de rol van het Zuiderspoor dat hier de stad in liep om de stad van brandstoffen te voorzien. Het spoor was de aorta van de stad Enschede op het moment dat de industriële revolutie de stad een nieuwe rol en een nieuw uiterlijk gaf. De textielfabrieken draaiden dag en nacht en de behoefte aan brandstoffen was enorm. Het Zuiderspoor werd daarvoor aangelegd en liep langs deze plek de stad in. Iets verderop, ter hoogte van de huidige Singel, waren de losplaatsen en dreven de kolenboeren hun handel.
Het eerste paneel is Erve Robers
Het boerenleven waar de textielindustrie haar oorsprong vond. In de avonduren en wintermaanden, als er weinig werk op de akkers kon worden verricht, verdienden de Twentse boeren al eeuwenlang een centje bij in de textielnijverheid. Het vlas werd door de Twentse boeren eigenhandig verbouwd. De vlasplant werd met wortel en al uit de grond getrokken om een zo lang mogelijke vezel te behouden. In het gezin sponnen de boerin en haar dochters de vezels tot bruikbare draden. De boer of één van zijn zoons zat achter de weefstoel om de gesponnen draden te verweven. Vóór 1830 gebeurde zowel het spinnen als het weven voornamelijk in de huisnijverheid. Tot in de achttiende eeuw was vlas in Europa naast wol de belangrijkste grondstof voor textiel. In de negentiende eeuw werd katoen de voornaamste grondstof.
Paneel twee is het Zuiderspoor
Te zien is het Zuiderspoor. De Enschedese textielfabrikanten hadden een spoorlijn laten aanleggen tussen Station Enschede‐Zuid en Ahaus omdat het verzekerd wilde zijn van een snelle en regelmatige aanvoer van brandstoffen voor hun stoommachines. De lijn werd op woensdag 18 februari 1903 officieel in gebruik genomen. De spoorlijn had via Ahaus ook een verbinding met het Ruhrgebied. Dagelijks rond 10.00 uur ’s morgens denderde een grote zwarte stoomlocomotief, in de wintermaanden wel met 90 wagons met kolen, Station Enschede‐Zuid binnen. Daar werden de kolen deels gedistribueerd naar brandstoffenhandelaren rondom het emplacement van het station De rest van de kolen werden, via station Enschede‐Noord, vervoerd naar Oostelijk Nederland in. In de late jaren 1950 werden ook kolen uit Donetz (Oekraïne) aangevoerd. De kolen uit Donetz hadden een hogere soortelijke massa en daardoor ook een hogere verbrandingswaarde. Goederentreinen reden af en aan. Een bijzonder stuk Enschede moet het zijn geweest, ingericht voor slechts één doel: het voeden van de stad met brandstoffen.
Paneel drie zijn de stoomlocomotieven.
De industrie moest blijven draaien en dat ging niet zonder brandstoffen. De kolen kwamen vanuit heel Europa langs deze plek de stad in. Voortgetrokken door zware stoomlocomotieven die met knerpend geraas op het Zuiderspoor hun zware vracht tot stilstand brachten. Het gebruik van de stoommachine was het begin van de industriële revolutie, rond 1850, die in Ne‐ derland 50 jaar later begon als in België. Daarvoor werd de menselijke kracht, de trekkracht van die‐ ren (honden, ossen, ezels en paarden), waterkracht en windkracht het meest gebruikt. In 1769 ver‐ beterde James Watt in Schotland de stoommachine zo goed dat hij minder kolen gebuikte en meer kracht kon leveren. Nu kon deze uitvinding worden gebruikt om spin‐ en weefmachines aan te drij‐ ven.
Bronnen tekst: Platvoet en de website www.stroinkslanden.nl, www.zuiderspoor.nl, Thijs Boelens en vele openbare bronnen op het internet.
Dit kunstwerk is gebaseerd op een stoomlocomotief die te zien is bij Museum Buurtspoorweg in Boekelo. Hier is het Zuiderspoor in beeld gebracht. Deze spoorlijn liep van Enschede naar Ahaus (Duitsland) en was om de textielfabrieken in Enschede te voorzien van kolen.
Deze tunnel is speciaal voor fietsers voorzien van een prachtig kunstwerk. Dit kunstwerk laat de levendige binnenstad van Enschede zien. Daarnaast zie je pijlen. Eentje richting Usselo en eentje richting Enschede. Ook de natuur mag niet ontbreken in dit kunstwerk.
Één van de meest groene kanten van Enschede: waar wonen en natuur samen komt. De boomhut is natuurlijk hét boegbeeld van dit thema. Ook weerspiegelt dit kunstwerk de kalmte van deze locatie. Mooi hé, dat Twente.
Net als Noord Enschede begint ook hier de natuur tegen de woonwijken aan te hikken. Deze boomhutten zijn roze: een knipoog naar hoe Huize ‘t Pott er bij stond tijdens Maart 2021.
Dit kunstwerk aan in de wijk De Laares, laat het Enschede van vroeger zien. Zo zie je op de ene wand een stadsplattegrond uit de jaren 1800 en op de andere wand de Blijdenstein fabriek (1951) die aan de Oosterstraat gevestigd was.
Live in the future staat voor innovatie. Vooruitstrevend.
De astronaut symboliseert, je horizon verbreden. Daarnaast is Astronautje ook de alias van de artiest Noëmar. Altijd met zijn hoofd in de wolken op zoek naar nieuwe uitdagingen.
In ons park kan je rond zweven/dwalen en je rust vinden. Zo ook op zijn tijd genieten van een goed Enschedees feestje.
Deze kast staat voor diversiteit. Een kleurrijke buurt. Het maakt niet uit wie je bent en wat je ook beoefend. In Pathmos is iedereen trots.
Ter nagedachtenis Hendrik Engbert Jannink en Johanna Hermina Bruins. Zij waren zeer actief in het verzet tijdens de tweede wereldoorlog en ontvingen na de oorlog beide hun verzetskruis. Wat te zien is op dit verzetskruis (ridder, lans, draak, zwaard met vlammen) heb ik als hoofdthema genomen voor deze locatie.
Dit is het startpunt van de route.
De kunstenaars Huub Filart en Sandra van Wezel maakten in de wijk De Bothoven op verschillende plekken kunstwerken met portretten van bekende Enschedeërs om de buurt te verfraaien. Hier zie je Willem Wilmink. Op andere plekken zijn ook Harry Bannink en Henk Elsink te vinden.
Dit kunstwerk is in opdracht van o.a. woningcorporatie Domijn gemaakt. De straten hier zijn allemaal vernoemd naar ontdekkingsreizigers. Dit kunstwerk spreekt dan ook voor zich. Zie jij de elementen van een ontdekkingstocht over de wereld terug in dit kunstwerk?
Deze muurschildering, gemaakt in olieverf door de Enschedese kunstenaar Sonna Krom, verbeeldt de geschiedenis van de stad Enschede en met name de rol van het Zuiderspoor dat hier de stad in liep om de stad van brandstoffen te voorzien. Het spoor was de aorta van de stad Enschede op het moment dat de industriële revolutie de stad een nieuwe rol en een nieuw uiterlijk gaf. De textielfabrieken draaiden dag en nacht en de behoefte aan brandstoffen was enorm. Het Zuiderspoor werd daarvoor aangelegd en liep langs deze plek de stad in. Iets verderop, ter hoogte van de huidige Singel, waren de losplaatsen en dreven de kolenboeren hun handel.
Het eerste paneel is Erve Robers
Het boerenleven waar de textielindustrie haar oorsprong vond. In de avonduren en wintermaanden, als er weinig werk op de akkers kon worden verricht, verdienden de Twentse boeren al eeuwenlang een centje bij in de textielnijverheid. Het vlas werd door de Twentse boeren eigenhandig verbouwd. De vlasplant werd met wortel en al uit de grond getrokken om een zo lang mogelijke vezel te behouden. In het gezin sponnen de boerin en haar dochters de vezels tot bruikbare draden. De boer of één van zijn zoons zat achter de weefstoel om de gesponnen draden te verweven. Vóór 1830 gebeurde zowel het spinnen als het weven voornamelijk in de huisnijverheid. Tot in de achttiende eeuw was vlas in Europa naast wol de belangrijkste grondstof voor textiel. In de negentiende eeuw werd katoen de voornaamste grondstof.
Paneel twee is het Zuiderspoor
Te zien is het Zuiderspoor. De Enschedese textielfabrikanten hadden een spoorlijn laten aanleggen tussen Station Enschede‐Zuid en Ahaus omdat het verzekerd wilde zijn van een snelle en regelmatige aanvoer van brandstoffen voor hun stoommachines. De lijn werd op woensdag 18 februari 1903 officieel in gebruik genomen. De spoorlijn had via Ahaus ook een verbinding met het Ruhrgebied. Dagelijks rond 10.00 uur ’s morgens denderde een grote zwarte stoomlocomotief, in de wintermaanden wel met 90 wagons met kolen, Station Enschede‐Zuid binnen. Daar werden de kolen deels gedistribueerd naar brandstoffenhandelaren rondom het emplacement van het station De rest van de kolen werden, via station Enschede‐Noord, vervoerd naar Oostelijk Nederland in. In de late jaren 1950 werden ook kolen uit Donetz (Oekraïne) aangevoerd. De kolen uit Donetz hadden een hogere soortelijke massa en daardoor ook een hogere verbrandingswaarde. Goederentreinen reden af en aan. Een bijzonder stuk Enschede moet het zijn geweest, ingericht voor slechts één doel: het voeden van de stad met brandstoffen.
Paneel drie zijn de stoomlocomotieven.
De industrie moest blijven draaien en dat ging niet zonder brandstoffen. De kolen kwamen vanuit heel Europa langs deze plek de stad in. Voortgetrokken door zware stoomlocomotieven die met knerpend geraas op het Zuiderspoor hun zware vracht tot stilstand brachten. Het gebruik van de stoommachine was het begin van de industriële revolutie, rond 1850, die in Ne‐ derland 50 jaar later begon als in België. Daarvoor werd de menselijke kracht, de trekkracht van die‐ ren (honden, ossen, ezels en paarden), waterkracht en windkracht het meest gebruikt. In 1769 ver‐ beterde James Watt in Schotland de stoommachine zo goed dat hij minder kolen gebuikte en meer kracht kon leveren. Nu kon deze uitvinding worden gebruikt om spin‐ en weefmachines aan te drij‐ ven.
Bronnen tekst: Platvoet en de website www.stroinkslanden.nl, www.zuiderspoor.nl, Thijs Boelens en vele openbare bronnen op het internet.
Dit kunstwerk is gebaseerd op een stoomlocomotief die te zien is bij Museum Buurtspoorweg in Boekelo. Hier is het Zuiderspoor in beeld gebracht. Deze spoorlijn liep van Enschede naar Ahaus (Duitsland) en was om de textielfabrieken in Enschede te voorzien van kolen.
Deze tunnel is speciaal voor fietsers voorzien van een prachtig kunstwerk. Dit kunstwerk laat de levendige binnenstad van Enschede zien. Daarnaast zie je pijlen. Eentje richting Usselo en eentje richting Enschede. Ook de natuur mag niet ontbreken in dit kunstwerk.
Één van de meest groene kanten van Enschede: waar wonen en natuur samen komt. De boomhut is natuurlijk hét boegbeeld van dit thema. Ook weerspiegelt dit kunstwerk de kalmte van deze locatie. Mooi hé, dat Twente.
Net als Noord Enschede begint ook hier de natuur tegen de woonwijken aan te hikken. Deze boomhutten zijn roze: een knipoog naar hoe Huize ‘t Pott er bij stond tijdens Maart 2021.
Dit kunstwerk aan in de wijk De Laares, laat het Enschede van vroeger zien. Zo zie je op de ene wand een stadsplattegrond uit de jaren 1800 en op de andere wand de Blijdenstein fabriek (1951) die aan de Oosterstraat gevestigd was.
Live in the future staat voor innovatie. Vooruitstrevend.
De astronaut symboliseert, je horizon verbreden. Daarnaast is Astronautje ook de alias van de artiest Noëmar. Altijd met zijn hoofd in de wolken op zoek naar nieuwe uitdagingen.
In ons park kan je rond zweven/dwalen en je rust vinden. Zo ook op zijn tijd genieten van een goed Enschedees feestje.
Deze kast staat voor diversiteit. Een kleurrijke buurt. Het maakt niet uit wie je bent en wat je ook beoefend. In Pathmos is iedereen trots.
Ter nagedachtenis Hendrik Engbert Jannink en Johanna Hermina Bruins. Zij waren zeer actief in het verzet tijdens de tweede wereldoorlog en ontvingen na de oorlog beide hun verzetskruis. Wat te zien is op dit verzetskruis (ridder, lans, draak, zwaard met vlammen) heb ik als hoofdthema genomen voor deze locatie.